Opdracht: Bedrijven bezoek.

Opdracht:
Jullie gaan in groepjes van twee of drie personen verschillende bedrijven bezoeken.

Uitleg:
Zoals je weet zijn er verschillende soorten bedrijven. Een bedrijf is een organisatie van arbeid en kapitaal. Een bedrijf dat gericht is op het maken van winst wordt veelal een onderneming genoemd. Bij een bedrijf zijn verschillende mensen betrokken, zoals:

  • klanten 
  • eigenaren en/of aandeelhouders.
  • personeel, werknemers.
  • leveranciers.
  • concurrenten. 

Een bedrijf dat tastbare producten maakt wordt ook wel een fabrikant genoemd en die leveren dan spullen aan die in verschillende winkels weer verkocht worden.

Voorbereiding:
Je maakt een groepje van twee of drie personen. Je overlegd met je groepje welke bedrijven jullie willen gaan bezoeken. Je bezoekt minimaal drie bedrijven waar ze verschillende producten verkopen.
(bijv. Halfords, C&A, Douglas)
Voordat je deze bedrijven gaat bezoeken maakt ieder eerst 5 vragen die hij/zij over het bedrijf wilt weten.  Je schrijft of typt deze vragen netjes uit en bewaard deze voor je voorbereiding.

Uitvoering:
Nadat je de vragen hebt gemaakt ga je met je groepje naar de stad. Je gaat naar de bedrijven toe en probeert antwoord op je vragen te krijgen. Zorg ervoor dat je wel weet wat ze geantwoord hebben want je gaat deze antwoorden nog uitwerken in een verslag. (tip: zorg voor pen en papier).

Reflecteren:
Je maakt de reflectievragen en je legt duidelijk je antwoord uit.

 

Reflectievragen:  Bedrijven bezoek.

1. Hoe vond je het om bij de bedrijven lang te gaan?

2. Welke vragen had je bedacht, waardoor je meer over het bedrijf te weten kwam?

3. Wat ben je allemaal te weten gekomen over het bedrijf?

4. Wat is jouw mening over de bezochte bedrijven?

5. Wat waren de verschillen tussen de bedrijven?

6.  Welke bedrijf sprak jouw het meeste aan en leg duidelijk uit waarom.

7. Wat heb je van deze opdracht geleerd?

8. Wat ging er goed? en waarom ging dat goed?

9. Wat ging er minder goed? en waarom ging dat minder goed?

Opdracht: Tafelschikking

 Maak een verslag over hoe jullie thuis eten.
Het verslag moet ongeveer 1 kantje zijn.

Schrijf iets over de volgende onderdelen:

1)
*Ontbijt (wordt er elke dag ontbeten?)
*Tafelkleed/placemat (wie dekt de tafel?)
*Tafelschikking (heeft iedereen een vaste plaats, wordt er aan tafel gegeten?)*Groepsgesprek of praten alleen de ouder(s)/ verzorger(s)?
*Opscheppen (wie schept het eten op?)
*Water/ limonade/ alcoholische dranken (Wat wordt er gedronken tijdens het eten)
*Ergernissen (Worden ruzies aan tafel uitgepraat?)
*Vlees/vis/soja
*Kliekjes (Wat wordt er gedaan met het eten dat over blijft)

2)
 Beschrijf wat je lievelingseten is. (Noem minstens 3 dingen)

3)
Maak een tekenvel een tekening van het bovenaanzicht van een gedekte tafel.  Zorg dat deze er netjes en verzorgd uit ziet.

4)
Maak een reflectie en lever de opdrachten bij de docent in. Zorg ervoor dat je het netjes in je portfolio opbergt.

Opdracht: Schijf van Vijf

Nodig:

Reclamefolders
Groot vel papier
Schaar
Lijm
Pen/potloden


Informatie:
Voedingsstoffen zijn nuttige bestanddelen in voedingsmiddelen. Voorbeelden van voedingsstoffen zijn: eiwitten, vetten, mineralen, koolhydraten en water.

Het voedingscentrum heeft een voedingswijzer of schijf van vijf samengesteld. Hierin worden alle voedingsmiddelen in vijf groepen verdeeld. Als je elke dag iets uit elke groep nuttigt, krijg je alle voedingsstoffen binnen die je lichaam nodig heeft. Uit de grote groepen moet je meer eten dan uit de kleine groepen.

De opdracht:
Je gaat zelf een schijf van vijf maken. Je krijgt een aantal reclamefolders van bijvoorbeeld supermarkten. Knip de producten uit de folder en bepaal in welke groep van de schijf van vijf dit product thuis hoort.

 
Bepaal dus van ieder product:

–          welke voedingsstoffen bevat het product

–          in welke groep van de schijf van vijf hoort het product thuis

Maak op het grote vel papier zelf een eigen schijf van vijf.

 Plak de voedingsmiddelen in het juiste vak.

 Schrijf bij ieder vak welke voedingsstoffen deze groep producten vooral levert.

 Schrijf bij de voedingsstoffen welke functie de voedingsstoffen in je lichaam hebben

Maak de schijf mooi met kleur.

Zorg voor een mooi resultaat en lever de schijf van 5 samen met je reflectie in bij de docent.

Opdracht: Een kooktijdschrift maken

 Wat ga je doen?
Je gaat zelf een kooktijdschrift maken. Je hebt vast wel eens een kooktijdschrift gezien…. De allerhande van de AH, een tijdschrift van de C 1000 of  van de Deen etc.

Voorbereiding:
Zorg voor wat kooktijdschriften en bekijk hoe zo’n tijdschrift eruit ziet. Maak een lijstje met wat je allemaal in deze tijdschriften aan onderwerpen tegenkomt.
Maak vervolgens een lijstje met wat jij in je tijdschrift aan onderwerpen wilt behandelen.

Zo bestaat een kooktijdschrift wel altijd uit een:
*voorkant
* Achterkant
* Inhoudsopgave

Maar en staan natuurlijk ook recepten, reclames, verhalen en advertenties etc. in.

Wat heb je nodig?
Computer, papier, tijdschriften, schaar, lijm, papier,  stiften, potloden, kookboeken.

Je eindproduct:
*
Lijst met wat je allemaal in een kooktijdschrift aan onderwerpen tegen komt.
* Lijst waarop geschreven staat wat je in het tijdschrift wilt behandelen.
* Je kooktijdschrift
* Je reflectie (gemaakt aan de hand van de reflectievragen).

Hoe ga je het doen?
Je bent hierin geheel vrij, je mag  gebruik maken van geschreven tekst, de computer etc.  Het eindresultaat moet alleen een kooktijdschrift zijn. Dus laat je fantasie de vrije loop!
Als je alles af hebt laat je het door je docent beoordelen zodat het afgetekend kan worden voor je portfolio.

Veel succes!!!

Maak er wat moois van!

Opdracht: Een kinderkookboek maken

Wat ga je doen?
Je gaat zelf een kookboek maken voor kinderen.  Je hebt vast wel eens een kookboek gezien…. In een kookboek voor kinderen moeten de recepten makkelijk zijn te maken en te lezen zijn. Ook moeten het recept stap voor stap worden uitgelegd. Daarnaast staan er vaak veel plaatjes in om het aantrekkelijker te maken.

Voorbereiding:
Zorg voor recepten, werk eventueel de recepten helemaal uit zodat kinderen het begrijpen. Zorg voor leuke plaatjes.

Een kookboek bestaat altijd uit een:
*voorkant
* Achterkant
* Inhoudsopgave
* Recepten
* Plaatjes
* Eventueel foto’s van materialen die er gebruikt worden in een keuken.
* Etc

Je eindproduct:
Een kookboekje voor kinderen
*  Je reflectie (gemaakt aan de hand van de reflectievragen).

Hoe ga je het doen?
Je bent hierin geheel vrij, je mag  gebruik maken van geschreven tekst, de computer etc.  Het eindresultaat moet alleen een kinderkookboek zijn. Dus laat je fantasie de vrije loop!
Als je alles af hebt laat je het door je docent beoordelen zodat het afgetekend kan worden voor je portfolio.

Veel succes!!!

Maak er wat moois van!